Centrum Middenbeemster met travaille en oude smidse

Middenbeemster

Het oudste dorp van Beemster is Middenbeemster. Met de aanleg van een rechthoekig plein in 1611 en de bouw van de kerk in 1623 aan dit plein, ontstond al snel een buurt die groter was dan de meeste buurten in de Beemster die sinds de droogmaking waren ontstaan.

Het plein is aangelegd in het middenkavel van de Beemster, waarvan de plaatsnaam dan ook afgeleid is. Van de vier geplande pleinen kwam alleen het huidige Marktplein tot ontwikkeling. Ook de maten van een plein, 110 bij 60 meter,  evenals de beplanting waren nauwkeurig vastgelegd. Op de toenmalige kaart werd het plein aangeduid als ‘Middel Beemster’.

Dankzij het plein en de kerk groeide Middenbeemster uit tot het centrum van de Beemster. Al snel werd hier een een veemarkt gehouden. De historie is nog tastbaar met de hekken waar eens het vee aangebonden stond en de travaille of hoefstal bij de oude smederij. Aan de randen van het ‘centrum’ bouwde men onder meer Het Heerenhuis.  Bij de herbouw in 1826 (zie  de mooie gevelsteen) kreeg het zijn huidige vorm. Van een oude herberg werd het een uitspanning voor de gemeenschap. Van na de kerk even bijpraten tot uitvoeringen van verenigingen. Tot 1993 was hier ook de raadzaal van de gemeente Beemster gevestigd. 

Voor Het Heerenhuis staat sinds 1937 het borstbeeld van Jan Adriaansz. Leeghwater wiens naam onlosmakelijk met De Beemster is verbonden. 

Middenbeemster is altijd de belangrijkste kern geweest van de Beemster. Hoewel er tal van discussies en overwegingen over de uitbreidingen van het dorp zijn geweest, met name in de tweede helft van twintigste eeuw, is de typerende rechthoekige opzet nooit losgelaten. Alle latere uitbreidingen respecteerden dit uitgangspunt.

Sinds 1985 heeft Middenbeemster een van rijkswege beschermd dorpsgezicht en telt ruim 60 inschrijvingen in het Rijksmonumentenregister. Middenbeemster stond in 2020 op de shortlist voor de verkiezing als het Allermooiste dorp van Nederland van de ANWB. 

Hier vind je onze BeemSTERREN:

Betje Wolff Museum